Huidige onderzoeksthema's:
De ontwikkeling van een cognitief-functionele taaltheorie. Dit omvat onderwerpen zoals:
- Hoe zou een cognitief en functioneel plausibele theorie van taal (een theoretische 'grammatica') er moeten uitzien? Dit sluit ook de verdere ontwikkeling in van een algemeen theoretisch kader genaamd 'Functional Procedural Grammar'.
- De relaties tussen taal en denken: De aard van de conceptuele structuur in relatie tot de structuur van taal, de relaties/verbanden tussen (de cognitieve systemen voor) taalproductie en -interpretatie en conceptuele verwerking.
- De relaties tussen en de plausibiliteit van gangbare 'traditioneel'-functionalistische en cognitief-linguïstische theorieën, i.h.b. grammaticatheorieën. Met speciale aandacht voor het onderscheid tussen procesmodellen en constructionele modellen.
Vorm, betekenis en functie/gebruik van modale/attitudinele en andere kwalificationele (of TAM) categorieën en de implicaties ervan voor een cognitief-functionele taaltheorie. Dit omvat onderwerpen zoals:
- De empirische analyse van de vormelijke en de semantische en functionele kenmerken van een waaier van (vooral) epistemische en deontische uitdrukkingen (hulpwerkwoordelijke, adverbiale en adjectivische, werkwoordelijke), met hoofdklemtoon op de Germaanse talen, en vooral het Nederlands. Op basis van corpusonderzoek en experimenten, synchroon en diachroon.
- De implicaties voor de huidige visies op de diachrone processen van grammaticalisatie en (inter)subjectificatie.
- De semantische en talige structuur van de 'TAM-markering'/de kwalificatie van standen van zaken in het algemeen, met speciale aandacht voor de positie van modale/attitudinele categorieën in het systeem. Dit omvat thema's zoals de status/positie van categorieën zoals evidentialiteit, boulomaïsch attitude, dynamische 'modaliteit', volitie en intentie, de semantische scope-verhoudingen tussen en de hiërarchische ordening van kwalificationele categorieën, de relaties tussen modale categorieën en de zinsmodi en andere illocutionaire noties.
- De status van het systeem van kwalificaties van standen van zaken in een cognitief en functioneel plausibele taaltheorie, de implicaties voor het debat over taal en denken.